Het Koninklijk Besluit brandpreventie normen van 7 juli 1994 stelt eisen aan de noodverlichting in gebouwen, inclusief lage, middelhoge en hoge gebouwen. Het is echter belangrijk op te merken dat eengezinswoningen zijn uitgesloten van deze verplichting volgens het besluit van 7 juli 1994. Kort gezegd, geldt de verplichting wel voor de meeste gebouwen, maar niet voor privé-woningen.
Noodverlichting moet strategisch worden geplaatst op evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen, liftkooien, openbare zalen of ruimtes, ruimtes waar autonome stroombronnen of pompen voor blusinstallaties zich bevinden, stookafdelingen, centrale controle- en bedieningsposten, voornaamste borden, evenals bij elke uitgangsdeur en ontruimingsuitgang.
Wat betreft veiligheidsverlichting, moet deze een horizontale verlichtingssterkte van minstens 1 lux hebben ter hoogte van de grond of traptreden, in lijn met de vluchtweg. In gevallen waar gevaarlijke omstandigheden aanwezig zijn op de vluchtweg, zoals richtingsveranderingen, kruisingen, overgangen naar trappen of onverwachte hoogteverschillen in het loopvlak, moet de minimale horizontale verlichtingssterkte 5 lux bedragen. Het is van essentieel belang om deze richtlijnen te volgen voor een optimale veiligheid in het geval van evacuatie.
Start hier met schrijven...